Natuurkunde

Gentherapie

Genetische manipulatie

Doelstelling Gentherapie en Genetische manipulatie

Begrippenlijst

Links

Natuurkunde Het Système International (SI) Druk
Elektriciteit
Automatische Systemen
Kracht, Arbeid en Energie
Verandering van Kracht en Snelheid Trillingen en Tonen

Trillingen en tonen:

Kenmerkende trillingsgrootheden.

Een trilling is een periodieke beweginf om een evenwichtsstand.

De frequentie is het aantal ttrillingen per tijdseenheid.
Het verband tussen T en f is:

f = 1 / T     of     T = 1 / f

Met T: de trillingstijd in s
  f: de frequentie in Hz of in s-1

Voor de fase geldt:

j = t / T     of     j = f t

Met j: de fase vanaf t = 0 s
  f: de frequentie in Hz
  T: de trillingstijd in s
  t: het tijdstip in s

De grootheden die een trilling beschrijven zijn de frequentie f (en dus de trillingstijd T), de amplitudo A en de fase j..
De uitwijking u geeft de afstand aan van het trillende voorwerp tot de evenwichtstand.

Trillingen beschrijven.

De gereduceerde fase jr vind je door van de fase j alleen het gedeelte achter de komma te nemen. Je laat het gehele getal weg.
Er geldt voor een trilling: 0
£ jr < 1.

Twee voorwerpen bewegen in fase (synchroon) als op elk tijdstip hun gereduceerde fase gelijk is.
Twee voorwerpen bewegen in tegenfase, als op elk tijdstip hun gereduceerde fase ½ verschilt.

Geluid als trilling.

Hoe groter de frequentie van een trillingsbron, dest te hoger is de toon. Hoe groter de amplitudo van een trilling, des te groter is de geluidssterkte.

Trillende veren.

Voor de resulterende kracht op een harmonisch trillend voorwerp geldt:

F®res = -C u®

Met F®res: de resulterende kracht op een voorwerp in N
  C: de krachtconstante in N/m
  u®: de uitwijking in m

De trillingstijd van een voorwerp dat harmonisch trilt, kun jet berekenen met:

T = 2 p Ö(m /C)

Met T: de trillingstijd in s
  m: de massa in kg
  C: de krachtconstante in N/m

Slingers.

De slingertijd van elke mathematische slinger kun je berekenen met:

T = 2 p Ö(l /g)

Met T: de trillingstijd in s
  l: de lengte van de slinger in m
  g: de valversnelling in m /s2, in Nederland: g = 9,81 m /s2

Resonantie van vaste voorwerpen.

De frequentie(s) waarmee een voorwep van nature trilt, heet/heten de eigenfrequentie(s).

Resonantie treedt op als je een voorwerp dwingt te trillen in een frequentie die gelijk is aan (een van) zij eigenfrequentie(s).

Voor de frequenties van tonen van een snaar die aan beide kanten is ingeklemd, geldt:

fn = n f1

Met f1: de frequentie van de grondtoon in Hz
  f2: de frequentie van de eerste boventoon in Hz
  f3: de frequentie van de tweede boventoon in Hz
  n: het aantal buiken: 1, 2, 3, ...

Als n > 1 heten de voortgebrachte tonen boventonen.

Resonantie van luchtkolommen.

Het verband tussen de lengte van een luchtkolom en de laagste resonantiefrequentie is omgekeerd evenredig:

f1 lkolom = constant

Met f1: de laagste resonantiefrequentie in Hz
  lkolom: de lengte van de luchtkolom in m

 

 


Werkwijze
Hoe wordt gentherapie precies uitgevoerd?


Mogelijkheden

Wat zijn de mogelijkheden van gentherapie?


Problemen
Welke problemen komen er bij gentherapie kijken?


Ontwikkeling
Hoe ver is de wetenschap rond
gentherapie momenteel gevorderd?



Werkwijze
Hoe wordt genetische manipulatie precies uitgevoerd?


Mogelijkheden

Wat zijn de mogelijkheden van
genetische manipulatie?


Problemen
Welke problemen komen er bij
genetische manipulatie kijken?


Ontwikkeling
Hoe ver is de wetenschap rond
genetische manipulatie momenteel gevorderd?

Gastenboek

 

 

   
   

© copyright 2005 Mario van Telgen.
Voor vragen en opmerkingen over de inhoud van deze site
mail de webbeheerder
M.D. van Telgen